TRB en belastingen: Hof van Beroep heropent debat | Ayming Belgium
×
Sluiten

Vastgoedbelasting in Brussel: het Hof van Beroep wakkert het debat over de gewestelijke belasting opnieuw aan

Homepage > Insights > Nieuws > Vastgoedbelasting in Brussel: het Hof van Beroep wakkert het debat over de gewestelijke belasting opnieuw aan
Nieuws
september 22, 2025

De vastgoedbelasting in Brussel blijft een complex en voortdurend evoluerend onderwerp. Sinds het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de bevoegdheid kreeg over de onroerende voorheffing , werd beoogd om de fiscale bevoegdheidsverdeling te verduidelijken. Toch blijft er onzekerheid bestaan, vooral rond mogelijke dubbele belasting.

Op 26 februari 2025 sprak het Hof van Beroep in Brussel zich uit in een belangrijk arrest over de Brusselse gewest belasting op niet-residentiële oppervlakten (de zogenaamde BGB), ingevoerd bij ordonnantie van 23 juli 1992. Omdat deze uitspraak mogelijk verregaande gevolgen heeft voor belastingplichtigen in de vastgoedsector, zetten wij de belangrijkste punten voor u op een rij.

De kern van het geschil

De belastingplichtige betwistte de BGB en stelde dat deze van toepassing was op een materie die al door de federale staat werd belast via de vennootschapsbelasting en deonroerende voorheffing . Volgens hem kwam dit neer op een schending van het non bis in idem-beginsel, dat verbiedt om dezelfde belastinggrondslag tweemaal te belasten.

Oordeel van het Hof van Beroep

  • Over de vennootschapsbelasting :

Het Hof verwierp dit bezwaar. De belastbare grondslag van de vennootschapsbelasting – inkomsten uit vastgoed – verschilt volgens het Hof wezenlijk van die van de BGB, die gebaseerd is op het bezit van een zakelijk recht (of zelfs louter bezit) op een niet-residentieel goed.

  • Over de onroerende voorheffing :

Hier erkende het Hof een risico van overlapping. Beide belastingen zijn immers gebaseerd op hetzelfde element: het bezit van een zakelijk recht, berekend op basis van het kadastraal inkomen. Daarbij wees het Hof erop dat de onroerende voorheffing haar karakter van inkomstenbelasting grotendeels heeft verloren, aangezien ze verschuldigd is ongeacht er inkomsten worden gegenereerd.

Gevolg: het Hof stelde een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof, om te toetsen of de BGB wel verenigbaar is met de huidige verdeling van fiscale bevoegdheden, en of ze naast de onroerende voorheffing kan blijven bestaan.

Waarom is dit voor u van belang?

  • Deze beslissing zou de deur kunnen openen voor beroep en zelfs terugbetaling voor gedupeerde belastingbetalers.
  • Het benadrukt ook het belang van het zeker stellen van uw belastingpositie in vastgoedzaken.

Ons team staat u bij om u te helpen navigeren door deze ontwikkelingen en fiscale complexiteit om te zetten in kansen.

Wilt u dit onderwerp verder bespreken met onze experts? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

Opmerkingen tonen

Geen reacties

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *